Op mijn fietsje sjees ik door Apeldoorn heen. Van links naar rechts, over een bruggetje, langs het spoor. Door de fietstunnel bij het station. Ik geniet van mijn fietstochtje. Ben onderweg, ben aan het werk. Ben op weg naar een huisbezoek, ga ook nog langs een school. Straks heb ik een oudergesprek. Ik fiets door verschillende wijken heen. Ben me bewust van alle voordeuren die ik tegenkom! Heb altijd iets met voordeuren gehad, geen idee waarom. Maak altijd foto’s van voordeuren (en van balkons, en van waslijnen vol met was).
Het is begin december. Mijn gedachten springen op en neer. De voordeuren, wat zou er achter allemaal gebeuren? Ik heb zelf al verschillende voordeuren gehad!
Een oude voordeur.
Een rammelende voordeur.
Een voordeur van glas (het onderste gedeelte van glas ooit eruit gehaald door een inbreker….)
Een voordeur die klemde.
Een voordeur van een huurhuis.
Een voordeur van ons flatje in Zwolle.
En de voordeur van ons huurhuisje in Zalk (ja,ja, het dorp van Klazien uut Zalk).
De voordeur van ons eerste huis….
Maar vandaag bedenk ik me ineens, dat je dus nooit weet wat zich achter de voordeur, waar dan ook, plaatsvindt…Want ja, wie hangt er nou zijn vuile was op? Achter elke deur wonen mensen? Gezinnen? Kinderen? Families? Gescheiden mensen? Vluchtelingen? Eenzame mensen? Mensen met een depressie? Zich verwaarlozende mensen? Inmiddels weet ik dat je aan de buitenkant niet kan zien hoe het met iemand gaat. Dat zie je niet aan de voordeur. Dat zie je echt niet. Achter de voordeur kijken is niet makkelijk.
Wat te bedenken van mensen, jongeren, die helemaal geen voordeur hebben? Of een gedeelde voordeur? Of een voordeur waarachter je je wel heel welkom voelt? Waar je je heel veilig voelt, geborgen? Maar wel een voordeur is waar je ouders niet meer wonen, maar jij wel? Samen met andere kinderen die niet meer thuis kunnen wonen?
Achter die voordeur, waar jij je gezien voelt, je mag zijn wie je bent. Waar mensen jou begrijpen. Die er voor jou zijn. Die snappen dat je misschien juist nu, met feestdagen voor de deur, juist nu je ouders enorm mist? Dat zij, de familie waar je geboren bent, niet voor jou kunnen zorgen? Dat dankzij jouw biologische ouders, jij nu bestaat? Zij jou wel het leven hebben gegeven? Dat er heel wat gebeurd moet zijn, dat jij nu niet thuis kan blijven wonen?
Je familie is wel je oorsprong. Zij vormen je roots, zijn jouw wortels. Iedereen weet wat wortels nodig hebben om te mogen en kunnen groeien. Water, aarde, lucht en liefde. Laten we omzien naar elkaar. Beseffen dat je roots misschien wel van levensbelang zijn. Met kennis over jouw roots, jouw familie, je jezelf beter begrijpt. Dat je beseft waar jouw gedrag vandaan kan komen. Omdat het in de familie zit. Mag dat er zijn? Dan kan je misschien wat makkelijker warme aannemen. Van je gezinshuisouders.
Neem jij ook een kijkje achter die voordeur? En laat je jouw voordeur ook eens open? Hang zelf eens even lekker je vuile was buiten! En gun daarmee een ander een kijkje achter jouw voordeur. Dan begrijpen we elkaar misschien eens wat beter. En komt er begrip. Dat is zo nodig.
Miriam van Broekhuizen, gezinshuiscoach