Zelf kom ik nog uit de tijd van gezinshuisouderschap in loondienst. We hebben allemaal zo onze eigen beelden over de voor- en nadelen van het ondernemerschap in gezinshuizen.  Uiteraard wordt dit vaak gekleurd door onze ervaringen.  Als ondernemend gezinshuis past het bij jouw rol om eigen regie te voeren, tenslotte ben je kapitein op je eigen gezinshuis-schip.

De relatie tot samenwerkingspartners is wel heel anders geworden in de afgelopen jaren. Waar ik gewoon in een werkgeversrelatie zat, zien we nu allerlei varianten van ondernemerschap.
Dat vraagt vanuit systemisch perspectief echt iets anders van alle partijen.

Ik vergelijk het wel eens met een bakkerij. Als je een bakkerij hebt en je gaat voor de bakker in loondienst aan de slag, dan ben je personeel en hoor je erbij.  Je hebt recht op een plek (al is het die van jongste knecht) in het bedrijf. Als je op een goede dag de krentenbollen verprutst, dan is er iemand die je uitfoetert of geduldig uitlegt dat je de volgende keer een kortere baktijd moet hanteren. De baas voelt zich verantwoordelijk, want hij heeft jou in dienst genomen. Hij is eind verantwoordelijk (hier gaat het over hiërarchie).  Als je nog veel moet leren zal de baas je mogelijk wat langer onder zijn vleugels nemen en wat meer over je schouders meekijken.  Kortom er is aandacht voor de rangorde.  Wanneer je hard werkt en een loyale werknemer bent, zal je je proeftijd doorstaan en als vaste kracht in dienst komen. Maar dan moet het wel in orde zijn voor wat betreft de balans van geven en nemen, dus niet alleen maar krentenbollen verprutsen en koffie drinken, maar ook een goeie werknemer zijn.

Dan diezelfde bakkerij, die krentenbollen niet zelf bakt maar van een bedrijfje uit de buurt afneemt.
Laten we het bedrijfje VOF noemen. Ze staan bekend om hun lekkere krentenbollen. Eerst was er een presentatie en proeverij. De bollen vielen in de smaak, de prijs was afgesproken en  de afspraken over de hoeveelheid afname was ook geregeld. Hier is geen sprake van: je hoort erbij, de  VOF is zelfstandig en dopt de eigen boontjes. Ze ontwikkelen ook een nieuwe bol, enkele ingrediënten worden vervangen. Wat vindt de bakker daarvan? Wordt dat hem wel gevraagd of meegedeeld of gewoon pas veel later komt ie erachter? Ja maar zegt VOF dan: de kwaliteit is er alleen maar beter op geworden. Maar de bakker heeft ineens veel meer noten in zijn krentenbol en daar was hij nou juist allergisch voor, dus had dat liever niet gehad.  Hier speelt dus ook de ontbrekende hiërarchie: de bakker is niet de baas over hoe de krentenbollen gebakken worden, maar hij heeft wel een afspraak met de VOF over het af te nemen product.  En hij wil daar zeggenschap in / over hebben.  Nu treffen we het in dit voorbeeld, want VOF heeft al vaker met dit bijltje gehakt en weet hoe dit aan te pakken. Over de meest essentiële veranderingen in bedrijf, prijs en ingrediënten van de krentenbol neemt hij contact op met de bakker. Niet om goedkeuring, maar om zeggenschap te geven, om vertrouwen op te bouwen. Zo werkt VOF aan de balans van geven en nemen. Na verloop van tijd is bij beide partijen zoveel vertrouwen dat men ook steeds beter weet waarover wel of niet zeggenschap nodig is.

In het huidig krachtenveld gun ik alle betrokkenen zo af en toe eens stil te staan bij de samenwerkingsrelaties; en elkaar de vraag te stellen: wie hoort erbij? En wie heeft waar wat over te zeggen? En kloppen onze afspraken nog?

Voor de geïnteresseerden: De 3 Systemische Wetten:

  1. Binding: iedereen heeft evenveel recht op een plek in het systeem / ieder hoort erbij
    2. Volgorde: in het systeem is een rangorde /de oudsten eerst
    3. Balans in geven en nemen

Een of meer van deze wetten in een systeem kunnen in de knel komen, dan ontstaan dynamieken. De richting van die dynamieken is erop gericht om herstel in evenwicht van het systeem na te streven en het voortbestaan van het systeem veilig te stellen.

Annemieke de Vries, februari 2020