Passie alleen is niet genoeg

“Wat knap dat die mensen dat doen” hoor ik geregeld wanneer ik mensen vertel dat ik coach ben voor gezinshuisouders. “Wat een gepassioneerde mensen”.

Om vitaal te blijven en dit mooie vak van gezinshuisouder lang vol te kunnen houden is echter meer nodig dan passie alleen. Het is een vak, een professie.
Want dat is de wijze waarop wij kijken naar gezinshuisouders die hun beroep uitoefenen in hun eigen huis en jongeren in huis nemen die om de één of andere reden niet (meer) thuis bij hun biologische ouders kunnen wonen.

Om in het dynamische speelveld van de Jeugdzorg een langdurige, perspectief biedende woonplek voor jongeren met een beperking, ontwikkelingsstoornis of trauma te bieden (meestal is er sprake van een combinatie van factoren), is naastenliefde alleen niet genoeg.
Uiteraard is het hebben van kennis en vaardigheden belangrijk. Doorhebben wat er speelt bij een jongere is eveneens belangrijk. Ook moet je goede gespreksvaardigheden bezitten in het gesprek met jongeren, met biologische ouders en met alle andere deskundigen die zich verzameld hebben rondom het zorgvragende systeem.

Professional zijn in dit werkveld, gaat vooral over vitaal kunnen blijven.
In je kracht kunnen blijven, dat heeft te maken met de mate waarin je als gezinshuisouder de regie kunt blijven uitoefenen op het proces van iedere jongere. Niet alleen individueel,  ook op het groepsdynamische proces van alle jongeren (en eventueel nog eigen biologische kinderen) in het gezinshuis.
Wie ben jij, als mens, die al zijn opgedane kennis en vaardigheden inzet, als professional voor het gehele systeem van inhuisgeplaatste kinderen.

Regie voeren heeft te maken met aard en aanleg. Coaching, kritische vragen mogen stellen en je kwetsbaar kunnen opstellen zijn daarbij hulpmiddelen om vitaal te blijven en dit mooie beroep langdurig vol te kunnen houden zodat de passie kan blijven bestaan.

René Cornelissen (coach)